Interview met Albert Loosman, een jong lid van de Urker Zangers
Wie ben je en wat doe je in het dagelijks leven?
Ik ben Albert Loosman, 19 lentes jong. Ik werk bij Centimeesters, het bedrijf van mijn vader, Jacob Loosman. Centimeesters is gespecialiseerd in interieur- en meubelbouw op maat, en ik help daar sinds een paar jaar met veel plezier mee. Werken met hout heeft altijd mijn interesse gehad, en het is bijzonder om dat nu dagelijks te mogen doen in een familiebedrijf. Naast mijn werk en het koor geniet ik van het leven en probeer ik een goede balans te vinden tussen werk, muziek en mijn hobby’s.
Wanneer ben je lid geworden van de Urker Zangers en hoe is dat zo gekomen?
Ik ben twee jaar geleden lid geworden van de Urker Zangers, maar eigenlijk ben ik met het koor opgegroeid. Mijn vader zong altijd met zoveel passie de liederen van het koor, zelfs thuis floot hij vaak nummers uit het repertoire. Die klanken zijn bij mij blijven hangen, als een soort soundtrack van mijn jeugd. De Urker Zangers zijn een begrip in Urk, en ik wist altijd dat ik daar ooit bij wilde horen. Toen ik op mijn zeventiende de kans kreeg om mee te doen, heb ik die kans met beide handen gegrepen. Het was een logische stap en tegelijkertijd voelde het als een eer om deel uit te maken van zo’n traditie.
Hoe bevalt het zingen je tot nu toe bij de Urker Zangers?
Het zingen bij de Urker Zangers is een geweldige ervaring. In het begin was het allemaal een beetje wennen. De repetities, de discipline die erbij komt kijken, en natuurlijk het leren lezen van partituren—dat was allemaal nieuw voor mij. Maar al snel merkte ik dat zingen iets is wat je kunt leren, als je er maar je best voor doet. Inmiddels voel ik me helemaal thuis in het koor en ben ik zelfs van de baritons naar de eerste tenoren gegaan. Dat is een hele stap voor mij geweest, maar het voelt goed om mijn stem verder te ontwikkelen. Elke repetitie leer ik wel iets nieuws, en dat maakt het zo bijzonder.
Wat was voor jou het hoogtepunt tot nu toe met het koor?
Zonder twijfel was mijn hoogtepunt tot nu toe het concert in Markelo. Dat was mijn allereerste concert, en ik weet nog goed dat ik behoorlijk zenuwachtig was. Het idee om voor zoveel mensen te zingen, met het koor om me heen, maakte indruk. Toen de muziek eenmaal begon, viel alles op z’n plek. De sfeer, het publiek, de muziek—het was overweldigend en emotioneel. Ik had niet verwacht dat het zo intens zou zijn, maar dat maakte het juist zo speciaal. Het is een ervaring die ik nooit zal vergeten, en het motiveerde me om door te blijven gaan.
Waren er naast dit hoogtepunt ook dieptepunten?
Ja, helaas zijn er ook droevige momenten bij het koor. Eén van de meest aangrijpende ervaringen was het zingen op de begrafenis van een koorlid. Dat raakt je diep, omdat je niet alleen afscheid neemt van iemand die deel uitmaakte van het koor, maar ook van een vriend en medemuzikant. Toch is het ook heel mooi om met elkaar nog één keer te zingen voor iemand die altijd zo betrokken was bij het koor. Het is zwaar, maar tegelijkertijd geeft het een gevoel van saamhorigheid en respect. “Eens een Urker Zanger, altijd een Urker Zanger,” dat voel je op zulke momenten nog sterker.
Heb je naast zingen ook nog andere hobby’s?
Ja, zeker! Naast het zingen ben ik dol op voetbal. Voetbal is voor mij een manier om mijn energie kwijt te kunnen en tegelijkertijd iets met vrienden te doen. Ik speel al vanaf jonge leeftijd, en het is een sport die me altijd blijft uitdagen. Daarnaast sleutel ik graag aan brommers. Ik ben opgegroeid met brommers om me heen, en het sleutelen eraan is voor mij een vorm van ontspanning. Het is heerlijk om iets met je handen te doen en uiteindelijk het resultaat te zien van je harde werk, net als bij zingen eigenlijk. Het zijn twee verschillende werelden, maar beide geven me veel voldoening.
Wat vind je het mooiste nummer uit ons repertoire en waarom?
Van de duizenden nummers die we in ons repertoire hebben, zijn er een paar die voor mij echt bijzonder zijn. “Storm en ontij” is één van die nummers. In dat lied gebeurt zoveel, muzikaal gezien, dat het bijna magisch aanvoelt als je het zingt. Het heeft een enorme dynamiek, en elke keer als we het zingen, voel je de kracht van de muziek. “Als de dag van recht en wonder” is ook een speciaal nummer voor mij, omdat het door een eigen koorlid geschreven is. Ik vind het heel knap dat iemand zo’n mooi stuk kan componeren. Maar het mooiste nummer moet nog komen: de “Sailor song” van Jacob de Haan. Dat is onderdeel van het nieuwe project waar we nu mee bezig zijn, en ik kan niet wachten om dat op te voeren. Het voelt als een droom die uitkomt om dat nummer te zingen.
Heb je nog tips voor Jacob Schenk?
Jacob Schenk is natuurlijk een geweldige dirigent, maar ik heb wel een kleine tip. Ik denk dat het goed zou zijn als hij nieuwe leden na de repetitie even apart neemt voor een persoonlijk praatje en een snelle stemtest. Op die manier kan hij direct kennismaken met nieuwe zangers en weet hij meteen wat voor stem hij in het koor heeft. Het zou ook mooi zijn als nieuwe leden mogen beslissen welk nummer we de repetitie mee afsluiten. Zo voelen ze zich meteen betrokken en gewaardeerd.
Wat zou je graag nog eens willen doen met de Urker Zangers?
Mijn grote droom met de Urker Zangers is om een keer iets met countrymuziek te doen. Het lijkt me fantastisch om een project op te zetten rond dat genre, misschien zelfs een CD op te nemen. Countrymuziek heeft een bepaalde warmte en emotie die volgens mij goed zou passen bij de klank van ons koor. Het zou echt iets unieks zijn, en ik denk dat het publiek het geweldig zou vinden.
Wil je tenslotte nog iets kwijt aan de lezers?
Ja, zeker! Als je er ooit over hebt nagedacht om lid te worden van de Urker Zangers, wacht dan niet te lang! We groeien snel, en als het zo doorgaat, komt er misschien wel een ledenstop. Het is een geweldige ervaring om deel uit te maken van dit koor, dus grijp je kans en sluit je bij ons aan!
In een woord fantastisch gezegd welkom in ons midden