Interview met Jan-Roelof Visscher: Een nieuwe stem bij de Urker Zangers
Wie ben je en wat doe je in het dagelijks leven?
Ik ben Jan-Roelof Visscher, 27 jaren jong en daarmee de derde in het gezin van Lammy & Rinke Visscher. Ik heb Civiele Techniek gestudeerd op het Windesheim in Zwolle. Daarna ben ik blijven hangen bij BAM Infra, waar ik werk als uitvoerder wegen. Het is een leuke, afwisselende baan waarbij ik elk halfjaar of jaar op een ander project werk. Dit varieert van gemeentelijke wegen tot provinciale en rijkswegen, en af en toe zelfs een vliegveld. Als uitvoerder plan je mens en materieel, en zorg je ervoor dat de jongens buiten vooruit kunnen. Het is veel plannen, maar ook een mooie mix van binnen en buiten werken. Daarbij werk ik vaak met grote machines zoals frezen, asfaltmachines, rupskranen en shovels.
Het klinkt allemaal vrij eenvoudig, maar je hebt altijd wel een uitdaging. Zo hadden we een maandje terug een nieuwe fietsbrug verkeerd om geplaatst. En net daarvoor had ik ruzie met de ecoloog, die beweerde dat ik de sloot niet mocht dempen omdat de salamanders al in winterslaap waren. Dit baseerde hij op de watertemperatuur, die onder de zes graden Celsius lag. Na een ‘zeer lokale goudgele regenbui’ van 37,5 graden was de watertemperatuur echter weer netjes acht graden, en konden we door met de werkzaamheden.”
Hoe en wanneer ben je bij de Urker Zangers gekomen?
Nou, dat zal ik je vertellen. Ik loop al een aantal jaartjes met Joël, die van Albert de Vries. Dus wij met z’n bijen naar een zangdienst in de Petra. Toen we d’r uitliepen, zaten we eerst elkaar nog even de hemel in te prijzen, dat we konden zingen als twee nachtegaaltjes. Om vervolgens op het onderwerp koren te komen, dit leek on ook wel wat, maar ja welke dan, want er zijn er zoveel! Joël begon toen over de Urker Zangers, dat z’n vader daar ook een prominente rol vervulde. Dus ik dat nazoeken, en inderdaad: Albert bij elk concert vooraan, en af en toe kwam Jacob Schenk nog voorbij wapperen. Nou ja, die kon ik dan ook nog wel vaag van de afslag. Dus loaten we doar dan maar d’rs kieken besloten we tezamen.
Dus wij op een zomerse dinsdagavond in september op weg naar de vormt. Dus ondertussen een weekje of 16 geleden. Wij stappen daar binnen beginnend met een bakje koffie, daarna een iPad, moderne bedoenige zij ik nog tegen Joël, en toen repeteren: eerst de eerste tenoren, toen de tweede. Blijkbaar waren wij daar tussen gaan zitten, dus toen hebben wij ook maar even meegebalkt. Naja na de 5e keer klonk dat ook wel acceptabel. Dus toen de baritons en de bassen. Ondertussen kreeg ik nog wat les in nuuten lezen van Frits. Dat moest wel geschieden als Jacob niet keek. ALS DE ANDERE PARTIJ ZINGT IS DE REST STIL, streng mannetjen die Jacob. Maar dat was niet voor niets, want toen we daarna met z’n allen ‘I Want To Die Easy’ zongen, was ik wel verkocht. Sindsdien ons ingeschreven.
Wat betekent het zingen in het koor voor jou persoonlijk?
Ik vind het altijd mooi hoe zingen een mens echt kan raken. Het kan troost bieden in moeilijke tijden, maar ook een uiting van lof en dank zijn.
Wat is tot nu toe jouw meest bijzondere herinnering aan een optreden of repetitie met het koor?
Ik heb het geluk gehad dat ik in die korte tijd al twee concerten heb mogen meemaken: in Sneek en Veenendaal. In Sneek, tijdens de repetitie, kon de organist ‘Storm en Ontij’ niet spelen. Vervolgens zaten we in een zaaltje boven tussen de krijsende kinderen van het voorgaande concert kouwe patat naar binnen te werken. Ik was nog een beetje sceptisch. Maar toen we het podium opkwamen en de blazers begonnen met ‘Storm en Ontij’, was ik wederom verkocht.
Zijn er uitdagingen of momenten geweest die je minder makkelijk vond?
Ik zing nog steeds wel eens met de verkeerde partij mee. Maar ja, nog een paar colleges van de ‘Urker Zangers Music Academy’ en dan zal ook dat wel goedkomen.
Wat doe je graag in je vrije tijd naast het zingen?
Met de vriendengroep hebben we een yacht, die motorisch zelden tot nooit mankementen heeft (zei hij sarcastisch). Dus bij deze: hij is te koop. Verder zitten we vaak nog met de moas op de box. Eigenlijk moet ik wat vaker naar de donderdagse zwembijeenkomst. En ik wil me nog eens verdiepen in de wereld van afstandsbestuurbaar bouwmaterieel.
Welk lied op ons repertoire raakt jou het meest, en waarom?
Ik zou eerst zeggen ‘Maandag Morgen’, maar dat is meer nostalgisch van m’n bébé Louwe, denk ik. Deze kon ik ook niet vinden in ons huidige repertoire. Een echt mooi nummer vind ik ‘Longing for Light’. Ik heb hem al een paar keer proberen op te zoeken, maar zoals wij hem zingen, zingt niemand anders hem. Deze moeten we nog wel een keer opnemen.
Wat waardeer je het meest aan Jacob Schenk als dirigent?
Jacob is een streng maar rechtvaardig muzikaal mannetje, die van onze muzikaal wanhopige schare ook nog daadwerkelijk wat probeert te maken. Hij had alleen idealiter nog ietsje langer moeten zijn.
Als je één droom zou mogen uitspreken voor de Urker Zangers, wat zou dat zijn?
Dit jaar wel een kerstconcert…
Wil je tenslotte nog iets delen met onze lezers of je medekoorleden?
We hebben een mooi koor met veel jonge leden en een kundige dirigent. Dat kan dan toch alleen maar garant staan voor een mooie toekomst. Mooi zo doorgaan, heren!
Dit is een prachtig voet licht ik hoop dat jullie trouw blijven komen op de repetitie het is eer leerzaam ga zo door en voel je thuis